Salesforce: De planeet telt mee als belangrijke aandeelhouder

Dat ‘Better business’ leeft bij deze softwareleverancier ervaart Raimond Bakkes sinds zijn start in 2018 bij Salesforce. Salesforce is uitgegroeid tot een grote speler op het gebied van software met wereldwijd 55.000 werknemers. Naast de destijds vernieuwende aanpak (software gebruiken via internet) heeft het bedrijf nog een opvallende eigenschap: de aandacht voor samenleving en milieu. Dat is al sinds de start in San Francisco zo. ‘The planet’ wordt in de beginselverklaring van de Salesforce-oprichters Marc Benioff en Parker Harris genoemd als een ‘key stakeholder’. En de resultaten bewijzen dat dit geen blinkend opgepoetst plaatje is.

Want op de website van Salesforce lees je de visie, de inspanningen en de resultaten tot in detail. Voorbeeld: het bedrijf compenseert zijn CO2-uitstoot sinds jaren met het planten van bomen. Dat zijn er inmiddels 10 miljoen. De uitstoot door het energiegebruik van de data centers wordt beperkt. En het bedrijf schakelt over naar uitsluitend gebruik van wind-,water- of zonne-energie.

De kracht van de medewerkers
De belofte is dus niet om veel mogelijk winst te maken maar om meer te betekenen voor de wereld dan puur geld verdienen: ‘Wij willen ons vermogen om te vernieuwen inzetten om de wereld te verbeteren’. Zo verwoordt ‘chief impact officer’ Suzanne DiBianca het. Die woorden koppelt zij aan de toezegging dat de kracht van medewerkers en eigen producten moet worden benut om de invloed op het klimaat te verminderen. Einddoel: geen uitstoot wereldwijd en CO2-vrije datacenters.

Zakenreizen per vliegtuig
En dat benutten van de kwaliteiten van de medewerkers gebeurt. Zo landt de visie vanuit het hoofdkantoor van Salesforce in San Francisco bij elke medewerker en in de samenleving waar hij woont en werkt. In het geval van Maas Cleanup bij Raimond Bakkes, Customer Success Manager met onder meer een grote, internationale klant in zijn portefeuille, die woont in Nieuwstadt. ’Wij zijn als bedrijf ook op het vlak van duurzaamheid pioniers als je ziet hoe ver dat bij ons gaat’, is de stelling die Raimond Bakkes aandurft. Waarmee uiteraard niet wordt geclaimd dat in de zorg om onze planeet de perfectie al is bereikt. ‘Nee, het is duidelijk dat ook wij fouten maken. Voorbeeld zijn de vele zakenreizen per vliegtuig. Al voor Covid-19 werd ons duidelijk dat dat anders moest.Er zijn intern maatregelen genomen om het aantal vluchten te beperken. Je krijgt daar veel minder gemakkelijk toestemming voor, bij elke aanvraag wordt altijd beoordeeld of vliegen echt moet en of het contact ook via video-vergaderen kan’, legt Raimond Bakkes uit.

Samenwerking gestimuleerd
Elke werknemer van Salesforce mag per jaar zeven werkdagen gebruiken voor een bijdrage aan de maatschappij. Daarnaast zijn er meer vormen van steun. In het geval van Maas Cleanup is dat het gratis gebruik van softwarepakketten en ondersteuning bij het werven van sponsors. Ook zet het bedrijf zelf sponsorgeld in. De hoogte van de bijdrage varieert en is afhankelijk van het aantal collega’s dat deelneemt. Zo stimuleert Salesforce de samenwerking tussen de vrijwilligers uit eigen huis.

Samenwerking in duurzaamheid zoekt Salesforce ook met zakelijke partners en met klanten. Raimond Bakkes: ’Wij laten graag zien hoe wij het doen en kunnen klanten ondersteunen’. Wie zakelijk wil samenwerken, krijgt de vraag om aan dezelfde eisen te voldoen die Salesforce voor zichzelf hanteert.

‘Doing good’
Een werknemer is vrij om een goed doel te kiezen. Raimond Bakkes koos voor hulp in een verzorgingstehuis en voegt daar  Maas Cleanup aan toe. Samen met enkele tientallen collega’s gaat hij 18 september aan de slag, en mogelijk al eerder vanwege de erfenis van de overstromingen midden juli. De financiële bijdrage van Salesforce wordt gebruikt voor de aanschaf van schoonmaakspullen zoals grijpers.

Raimond Bakkes voelt zich thuis bij de filosofie van ‘doing good’ voor de planeet en de maatschappij: ‘Ik vind het opmerkelijk dat een Amerikaans bedrijf mij als werknemer zoveel ruimte geeft om iets terug te doen voor de maatschappij in mijn eigen omgeving. Ik voel mij echt gestimuleerd.’