De conclusie uit het rapport: “De huidige stand van de PFAS-vervuiling in de Maas is schadelijk voor de rivier en de vele organismen die daarvan afhankelijk zijn. De geïnterviewde stakeholders delen allemaal de zorg over het gehalte aan PFAS-stoffen en het gebrek aan regulering. Het bewustzijn van dit probleem neemt toe dankzij betere technologieën en gegevens over vervuiling. Er blijven echter onzekerheden bestaan over de locaties waar PFAS de Maas in gaat vanwege inconsistente en beperkte monitoring.
Een centrale reden voor het gebrek aan mitigatiemaatregelen is de incoherentie binnen de Nederlandse en transnationale bestuursstructuren als het gaat om de aanpak van PFAS-vervuiling. Er is behoefte aan een duidelijkere verdeling en begrip van rollen en verantwoordelijkheden (zoals wie verantwoordelijk is voor het verlagen van de bestaande PFAS-niveaus in de Maas) tussen belanghebbenden om de vervuiling in de Maas effectief te kunnen beheersen. Daarnaast wordt het mogelijke EU-verbod op PFAS van groot belang geacht. Er was consensus onder de geïnterviewde stakeholders dat een PFAS-verbod een groot deel van de oplossing voor het PFAS-probleem is. Hier overlappen de belangen van de meeste belanghebbenden elkaar, wat kansen biedt voor samenwerking om een politiek en publiek momentum te creëren voor dit PFAS-verbod.
In dit rapport hebben we gekeken naar de mogelijkheden van het introduceren van twee rechten uit de rechten van de rivierbeweging om de PFAS-vervuiling in de Maas aan te pakken. Op basis van interviews met belanghebbenden hebben we ontdekt dat het implementeren van “het recht om vrij te zijn van vervuiling” zou kunnen helpen bij het afdwingen van bestaande en effectieve strategieën die het voorzorgsbeginsel toepassen en PFAS-vervuiling bij de bron aanpakken. Het tweede recht om “essentiële ecosysteemfuncties” uit te oefenen zou uitgebreide veranderingen vereisen in de industriële sectoren langs de Maas en een verandering in de waardering van de rivier. Het veranderen van evaluaties van infrastructuur en activiteiten vanuit economisch oogpunt naar de drinkbaarheid van de Maas zou een manier kunnen zijn om de gezondheid van de rivier te waarborgen. Het zou een heel nieuw rivierlandschap impliceren met ruimte voor de rivier om te meanderen en minder (geen) industriële activiteit langs de rivier.
Tijdens het interviewen van belanghebbenden hebben we ons gerealiseerd dat het potentieel van de rechten van de rivier neerkomt op wereldbeelden en waardering van de betrokken belanghebbenden. Omdat dit ecocentrische begrip van de natuur een nieuw paradigma is, is het niet verrassend dat de meeste belanghebbenden die we hebben geïnterviewd een gebrek aan kennis over de rechten van de rivier vertoonden. Dit inzicht is echter van cruciaal belang voor het vooruitzicht dat de Maas via rivierrechten wordt beschermd. Om de rechten van de rivier in wetgeving te implementeren is er een voortdurende noodzaak om het bewustzijn van het ecocentrische perspectief te vergroten en de grenzen van wereldbeelden tussen landen en landen te verleggen. Deze verandering kan op vele niveaus plaatsvinden door het betrekken van het maatschappelijk middenveld, het betrekken van bedrijven en het voeren van campagne voor beleidsmakers.” (Birdsell, Fennema, Hollander, Marion, Nielsen & Spooner, 2023).
Lees het gehele rapport via deze link.